Ik ben de Veluwe
Lang, lag ik muisstil
Droeg het ijspakket met geduld
Tot het ging schuiven en smelten
Mijn huid plooide zich mee
Stroompjes kietelden over mijn rug
Er kwam leven, klein en groot
Tweevoeters maakten bulten op mijn rug
Ter herdenking van geliefden
Ik voelde dat het goed was.
De tweevoeters hadden het goed op mij
Ik droeg ze graag
De honger groeide
Meer graan, meer hout
Men krabde mijn huid open,
Plagde, pootte, groef, steeds dieper,
Op zoek naar mijn watergangen
Voor molens, voor dieren, voor plezier
Ik voelde, hoe nodig ik was
Mijn huid werd verder dichtgesmeerd, vergraven, doorgeprikt
Mijn aderen vervuild en verlegd, mijn nieren verstopt
Mijn hart zat ingepakt
In krachtige hoofdzaken
Als zwijn, zou ik de luizen verstikken
Als edelhert, zou ik schurft verschuren
Als druppel, zou ik me vleien aan de voet van een berg
Maar ik ben de Veluwe en ik verdraag
Ik ben de Veluwe, vanuit mijn hart present
Voor wat was, is en zal komen
Ik voel, het is goed.
(c) De Vuurjuffer/Marieke Leentvaar